Jaarrekening

15.1. Balans

Bedragen x € 1.000

ACTIVA 31/12/16   31/12/15
       
Vaste activa      
Materiële vaste activa      
DAEB vastgoed in exploitatie gekwalificeerd als vastgoedbelegging 1.363.432   1.276.291
Niet DAEB vastgoed in exploitatie 12.666   14.728
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 8.844   8.578
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 14.329   13.518
Onroerende en roerende zaken tdv de exploitatie 13.238   13.565
  1.412.509   1.326.680
       
Financiële vaste activa      
Latente belastingvordering(en) 14.031   18.362
Leningen u/g 3.477   4.213
  17.508   22.575
       
Som der vaste activa 1.430.017   1.349.255
       
Vlottende activa      
Voorraden      
Vastgoed bestemd voor verkoop 0   685
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop 0   147
Overige voorraden 334   394
       
Onderhanden projecten 0   0
       
  334   1.226
       
Vorderingen      
Huurdebiteuren 1.165   1.275
Belastingen en premies sociale verzekeringen 0   1.166
Overige vorderingen 31   55
Overlopende activa 1.320   2.696
  2.516   5.192
       
Liquide middelen 11.143   19.036
       
Som der vlottende activa 13.993   25.454
       
TOTAAL ACTIVA 1.444.010   1.374.709

Bedragen x € 1.000

PASSIVA 31/12/16   31/12/15
       
Eigen vermogen      
Overige reserves 335.847   288.147
Herwaarderingsreserve 584.476   539.841
Resultaat boekjaar 69.479   98.179
Totaal eigen vermogen 989.802   926.167
       
Voorzieningen      
Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen 0   0
Overige voorzieningen 956   1.051
Totaal voorzieningen 956   1.051
       
Langlopende schulden      
Schulden/leningen overheid en kredietinstellingen 402.782   388.393
Verplichtingen inzake onroerende zaken VOV 8.923   8.724
Overige schulden 26.947   22.435
Totaal langlopende schulden 438.652   419.552
       
Kortlopende schulden      
Schulden aan leveranciers en kredietinstellingen 1.498   16.564
Belastingen en premies sociale verzekeringen 4.016   3.127
Schulden ter zake van pensioenen ‑1   31
Overige schulden 190   50
Overlopende passiva 8.897   8.167
Totaal kortlopende schulden 14.600   27.939
       
TOTAAL PASSIVA 1.444.010   1.374.709

15.2. Winst- en verliesrekening

Bedragen x € 1.000

  Realisatie 2016 Begroting 2016 Realisatie 2015
       
Huuropbrengsten  95.019  94.347 96.310
Opbrengsten servicecontracten  2.295  2.668 2.316
Lasten servicecontracten  ‑2.434  ‑2.729 ‑2.521
Overheidsbijdragen  2  0 0
Lasten verhuur- en beheeractiviteiten  ‑19.918  ‑20.410 ‑19.621
Lasten onderhoudsactiviteiten  ‑34.007  ‑33.301 ‑26.333
Overige directe operationele lasten exploitatie bezit  ‑4.590  ‑4.852 ‑4.636
       
Netto resultaat exploitatie vastgoedportefeuille 36.368 35.723 45.515
       
Omzet verkocht vastgoed in ontwikkeling 0 0
Uitgaven verkocht vastgoed in ontwikkeling 0 0
Toegerekende organisatiekosten 0 0
Toegerekende financieringskosten 0 0
       
Netto resultaat verkocht vastgoed in ontwikkeling 0 0
       
Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille  8.069  11.905 20.703
Toegerekende organisatiekosten  ‑975  ‑1.234 ‑1.941
Boekwaarde verkochte vastgoedportefeuille  ‑2.755  ‑1.822 ‑9.906
       
Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille  4.339  8.849 8.856
       
Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille  ‑364  ‑4.224 1.498
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille  62.373  ‑6.941 66.299
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden  67  0 77
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille bestemd voor verkoop 0 0
       
Waardeveranderingen vastgoedportefeuille  62.076  ‑11.165 67.874
       
Opbrengst overige activiteiten  434  27 27
Kosten overige activiteiten  ‑81  ‑75 ‑68
       
Netto resultaat overige activiteiten  354  ‑48 ‑41
       
Overige organisatiekosten  270  ‑77 ‑203
Leefbaarheid  ‑1.395  ‑2.252 ‑1.175
       
Bedrijfsresultaat  102.013  31.030 120.826
       
Waardeveranderingen van financiële vaste activa en van effecten  ‑5.215  0 2.279
Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten 0 0
Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten  618  434 608
Rentelasten en soortgelijke kosten  ‑15.243  ‑15.413 ‑15.691
       
Saldo financiële baten en lasten  ‑19.840  ‑14.979 ‑12.804
       
Resultaat voor belastingen  82.172  16.051 108.022
Resultaat deelnemingen  2  4 ‑5
Belastingen  ‑12.695  8.916 ‑9.839
       
RESULTAAT NA BELASTINGEN  69.479  24.971 98.178

15.3. Kasstroomoverzicht

Bedragen x € 1.000

  Begroting 2016 Realisatie 2016 Realisatie 2015
       
Operationele activiteiten      
       
Ontvangsten      
Huren 93.880 94.456 96.270
Vergoedingen 2.668 2.570 2.316
Overige bedrijfsontvangsten 475 550 660
Renteontvangsten 90 89 317
Saldo ingaande kasstromen 97.113 97.665 99.563
       
Uitgaven      
Erfpacht 31 9 31
Personeelsuitgaven 10.147 10.309 10.605
Lonen en salarissen 7.507   8.173
Sociale lasten 1.280   1.219
Pensioenlasten 1.360   1.214
Onderhoudsuitgaven 39.430 36.082 27.394
Planmatig onderhoud 32.032 25.830 14.195
Contractonderhoud 2.952 3.605 3.359
Niet-planmatig onderhoud 4.833 7.005 9.255
Mutatie onderhoud      
Kosten verzekeringswerk / WMO / Asbest 862 677 1.686
Onderhoudslasten werkapparaat ‑1.249 ‑1.034 ‑1.101
Overige bedrijfsuitgaven 13.257 12.606 12.677
Directe exploitatielasten 8.203 7.490 6.840
Overige Bedrijfslasten 3.958 3.403 3.534
Overige personeelskosten 1.096 1.713 2.303
Renteuitgaven 15.549 15.452 16.114
Sectorspecifieke heffing onafhankelijk van resultaat 8.127 8.327 7.595
Leefbaarheid externe uitgaven niet investeringsgebonden 482 483 402
Vennootschapsbelasting 0 7.186 ‑3.409
Saldo uitgaande kasstromen 87.023 90.455 71.409
       
Kasstroom uit operationele activiteiten 10.090 7.210 28.154

Vervolg kasstroommodel Actium

Bedragen x € 1.000

Vervolg kasstroommodel Actium
  Begroting 2016 Realisatie 2016
     
(Des)investeringsactiviteiten    
     
MVA ingaande kasstroom    
Verkoopontv. bestaande huur, woon- en niet woongelegenheden 11.905 8.238
Verkoopontv. woongelegenheden (VOV) na inkoop 0 42
Verkoopontv. nieuwbouw woon- en niet woongelegenheden 226 264
Verkoopontvangsten grond 537 413
(Des) investeringen overig 0 182
Tussentelling ingaande kasstroom MVA 12.668 9.138
     
MVA uitgaande kasstroom    
Nieuwbouw huurwoongelegenheden te borgen door WSW 30.550 21.531
Nieuwbouw huurwoongelegenheden niet te borgen door WSW 0 0
Woningverbetering woningen te borgen door WSW 5.023 5.788
Leefbaarheid externe uitgaven projectgebonden 0 0
Aankoop, woon- en niet woongelegenheden 0 0
Nieuwbouw verkoop, woon- en niet woongelegenheden 0 0
Aankoop woongelegenheden (VOV) voor doorverkoop 0 0
Sloopuitgaven 0 0
Aankoop grond 0 0
Investeringen overig te borgen door WSW 0 0
Investeringen overig bezit niet te borgen door WSW 802 1.355
Verkoopkosten 1.037 700
Tussentelling MVA uitgaande kasstroom 37.412 29.375
     
Saldo in- en uitgaande kasstroom MVA ‑24.744 ‑20.236
     
FVA    
Ontvangsten 0 91
Uitgaven 0 0
Saldo in- en uitgaande kasstroom FVA 0 91
     
Kasstroom uit (des)investeringen ‑24.744 ‑20.146
     
Financieringsactiviteiten    
     
Ingaand    
Nieuwe leningen 2.359 8.000
Nieuwe leningen niet te borgen 0 0
Storting roll-overs/reeds aangegaan 15.800 15.800
Uitgaand    
Aflossing leningen 10.819 18.761
Aflossing leningen niet geborgd 0 0
     
Kasstroom uit financieringsactiviteiten 7.340 5.039
     
Mutatie liquide middelen ‑7.314 ‑7.897
     
Liquide middelen per 1-1 15.817 19.036
Liquide middelen per 31-12 8.503 11.139

15.4. Waarderingsgrondslagen

Algemeen

Woningcorporatie Actium is een stichting met de status van “toegelaten instelling volkshuisvesting”. Zij heeft specifieke toelating in Drenthe, Friesland en Groningen. Momenteel is Actium werkzaam in tien bezitsgemeenten in de regio Drenthe en Zuidoost Friesland. Actium is werkzaam binnen de juridische wetgeving vanuit de Woningwet en het Besluit Beheer Sociale Huursector. De hoofdvestigingsplaats is Assen.

Regelgeving

De jaarrekening is opgesteld conform het gestelde in Boek 2, titel 9 van het Burgerlijk Wetboek. Hierbij wordt de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving Toegelaten Instellingen (RJ 645) gevolgd. Tenzij anders vermeld zijn alle bedragen opgenomen tegen nominale waarde. Het kasstroomoverzicht is opgesteld in overeenstemming met de directe methode zoals opgenomen in RJ 360. De jaarrekening is vastgesteld op 26 juni 2017.

Stelselwijziging

Wijzigingen Richtlijn 645
Met ingang van boekjaar 2016 is de herziene Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting van toepassing.
Actium waardeerde haar onroerende zaken in exploitatie tot en met 2015 bedrijfswaarde. Als gevolg van de nieuwe Woningwet en daarin voorgeschreven waardering tegen marktwaarde is er sprake van waardering tegen marktwaarde in verhuurde staat. Volgens het waarderingshandboek dient een stelselwijziging te worden doorgevoerd.
De herziene Richtlijn 645 heeft ertoe geleid dat Actium haar stelsel van waardering en resultaatbepaling vanaf 2016 heeft gewijzigd op de volgende onderdelen:
Waardering van sociaal vastgoed vond tot en met 2015 plaats op basis bedrijfswaarde. Vanaf 2016 vindt waardering plaats tegen marktwaarde in verhuurde staat, bepaald overeenkomstig het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde voor onroerende zaken in exploitatie.

Als gevolg van de waardering tegen marktwaarde van onroerende zaken in exploitatie is een eventuele afwaardering van vastgoedontwikkelingsprojecten herrekend op basis van de marktwaarde in verhuurde staat als toets ter bepaling van eventuele duurzame waardeverminderingen (waar de toets ter bepaling van eventuele duurzame waardeverminderingen nog op basis van bedrijfswaarde geschiedde).

Aanpassing vergelijkende cijfers van vermogen en resultaat
De wijzigingen in de waarderingsgrondslagen zoals hiervoor genoemd zijn als stelselwijziging verwerkt in het vermogen en resultaat, waarbij de vergelijkende cijfers 2015 in de jaarrekening 2016 zijn aangepast.
De aanpassing van de vergelijkende cijfers houdt in dat deze zijn herrekend alsof de nieuwe waarderingsgrondslag reeds van toepassing was in voorgaande boekjaren. De invloed van de stelselwijziging (cumulatieve effect) is voor het deel dat betrekking heeft op de jaren tot en met 2014 verwerkt in het eigen vermogen per 1 januari 2015 en bedraagt € 366.737 positief. Het deel dat betrekking heeft op het resultaat 2015 is in de individuele posten van de winst-en-verliesrekening verwerkt middels aanpassing van de vergelijkende resultaatcijfers 2015 en bedraagt in totaal € 83.551 positief. In totaal bedraagt het cumulatief effect per 1 januari 2016 € 471.961. Dit effect alsmede het resultaateffect 2015, uitgesplitst naar de individuele posten is als volgt:

Cumulatief effect 1 januari 2016 Stand 1 januari 2016 vóór stelselwijziging Stand 1 januari 2016 ná stelselwijziging Cumulatief effect 1 januari 2016
DAEB vastgoed in exploitatie 829.717 1.276.291 446.574
DAEB vastgoed in ontwikkeling, bestemd voor eigen exploitatie 5.260 13.518 8.258
Niet-DAEB vastgoed in exploitatie 16.397 14.728 ‑1.669
Voorziening latente belastingverplichtingen 12.496 18.362 5.866
      459.029
       
Eigen vermogen: Overige reserves 459.103 386.325 ‑72.778
Eigen vermogen: Herwaarderingsreserve 0 539.841 539.841
Voorziening onrendabele investeringen 8.034 0 ‑8.034
      459.029

Resultaateffect 2015 Baten/lasten 2015 volgens WVR 2015 Baten/lasten 2015 voor vergelijkings-doeleinden aangepast Aanpass. resultaat 2015 voor vergelijkings-doeleinden
Verkoopresultaat vastgoedportefeuille ‑9.907 ‑8.316 1.591
Niet gerealiseerde waardeveranderingen onroerende zaken in exploitatie 10.145 ‑68.415 ‑78.560
Afschrijvingen (im)materiële vaste activa 15.416 0 ‑15.416
Belastingen 5.829 9.839 4.010
      ‑88.375

Cumulatief effect 1 januari 2015   Stand 1 januari 2015 vóór stelselwijziging Stand 1 januari 2015 ná stelselwijziging Cumulatief effect 1 januari 2015
Cumulatief effect 1 januari 2015 471.961      
Waarvan resultaateffect 2015 88.375      
Waarvan directe vermogensmutatie 2015 388.410      
Waarvan directe vermogensmutatie op 1 januari 2015 348.981      
Blijft: cumulatief effect tot 1 januari 2015       348.981
         
Bestaande uit de balansposten per 1 januari 2015:        
DAEB vastgoed in exploitative   879.365 1.202.400 323.035
DAEB vastgoed in ontwikkeling, bestemd voor eigen exploitatie   9.753 15.259 5.506
Niet-DAEB vastgoed in exploitative   12.968 12.874 ‑94
Voorziening latente belastingverplichtingen   18.325 28.201 9.876
        338.323
         
Eigen vermogen: Overige reserves   485.047 357.029 ‑128.018
Eigen vermogen: Herwaarderingsreserve   0 477.991 477.991
Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen   11.650 0 ‑11.650
        338.323

Consolidatie

Actium stelt op grond van artikel 2:407 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (gezien de relatief beperkte financiële betekenis van de deelnemingen) geen geconsolideerde jaarrekening op.

Oordelen en schattingen

Bij de toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het bestuur van Actium zich diverse oordelen en schattingen. De belangrijkste oordelen en schattingen hebben betrekking op de activa in exploitatie (zowel het sociaal als het commercieel vastgoed), de voorzieningen, de waardeverminderingen en de acute en latente belastingen. De hierbij behorende veronderstellingen zijn vermeld in de toelichting bij de hiervoor genoemde jaarrekeningposten.

Grondslagen voor waardering van activa en passiva

Vaste activa

Materiële vaste activa

Vastgoed in exploitatie

Classificatie en kwalificatie

Het vastgoed in exploitatie wordt op objectniveau geclassificeerd naar DAEB (sociaal) en niet-DAEB (commercieel) vastgoed, rekening houdend met de criteria van de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen.

Op grond van deze criteria omvat het sociaal vastgoed de woningen met een huurprijs tot aan de huurliberalisatiegrens (huurtoeslaggrens) op contractdatum, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed.

Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat wordt verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijn-, onderwijs- en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de EC-beschikking d.d. 15 december 2009.
Het commercieel vastgoed omvat volgens de eerder genoemde criteria de woningen met een huurprijs boven de huurliberalisatiegrens (huurtoeslaggrens) op contractdatum, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commercieel vastgoed.

Complexindeling

Het sociaal vastgoed en het commercieel vastgoed is opgedeeld naar waarderingscomplexen. Een waarderingscomplex is een samenstel van verhuureenheden, dat in principe bestaat uit vergelijkbare verhuureenheden voor wat betreft type vastgoed, bouwperiode en locatie, en dat als één geheel aan een derde partij in verhuurde staat kan worden verkocht. Een waarderingscomplex kan daarom worden gedefinieerd als een aaneengesloten blok verhuureenheden van dezelfde bouwperiode. Alle verhuureenheden van de toegelaten instelling maken deel uit van een waarderingscomplex of zijn een afzonderlijk waarderingscomplex. Het kan voorkomen dat een waarderingscomplex bestaat uit sociaal en commercieel vastgoed. In dat geval wordt, nadat de waarde van het waarderingscomplex is bepaald, de waarde opgesplitst in een deel dat aan het sociaal vastgoed, respectievelijk aan het commerciële deel kan worden toegerekend.

Waardering bij eerste verwerking sociaal en commercieel vastgoed

Bij de eerste verwerking wordt het sociaal vastgoed in exploitatie en het commercieel vastgoed in exploitatie gewaardeerd tegen de kostprijs. De kostprijs omvat de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, inclusief transactiekosten minus eventuele investeringssubsidies.
De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als de som van de bestede externe kosten en de hieraan direct toerekenbare kosten.

De in de toekomst te maken kosten van sloop worden ten laste van het resultaat verantwoord in het jaar dat de exploitatie door sloop wordt beëindigd.

Waardering na eerste verwerking

Onroerende zaken in exploitatie worden op grond van artikel 35 lid 2 van de Woningwet na de eerste verwerking gewaardeerd tegen actuele waarde. Op grond van artikel 31 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 vindt de waardering plaats tegen de marktwaarde.

Op grond van artikel 14 van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 vindt de waardering tegen marktwaarde plaats overeenkomstig de methodiek die is opgenomen in bijlage 2 van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (“Handboek modelmatig waarderen marktwaarde”).

Op basis van artikel 31 van het BTIV wordt bij de waardering onderscheid gemaakt naar de volgende categorieën:

  • Woongelegenheden
  • Bedrijfsmatig en maatschappelijk onroerend goed (BOG en MOG)
  • Parkeergelegenheden
  • Intramuraal zorgvastgoed

Actium hanteert de basisversie van het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde voor woongelegenheden. Dit betreft een modelmatige waardering, waarbij inherent aan het gebruik van de basisversie, sprake is van het risico dat deze waardering in een bepaalde bandbreedte (+/- 10%) kan afwijken van de waardering op basis van de full versie van het handboek (waarbij vrijheidsheidsgraden mogen worden aangepast en een taxateur betrokken is).
Voor BOG, MOG, parkeergelegenheden, niet-reguliere woningen en intramuraal zorgvastgoed hanteert Actium verplicht de full versie van het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde.

Bij de waardering van het vastgoed worden een doorexploiteer- en een uitpondscenario onderscheiden.
De marktwaarde is de hoogste van beide waarderingen. Het handboek volgt de netto contante waarde methode, de DCF-methode. Via de DCF-methode worden de toekomstige inkomende en uitgaande kasstromen contant gemaakt naar het heden aan de hand van een disconteringsvoet, inclusief de eindwaarde die de geschatte opbrengstwaarde is van het vastgoed aan het einde van de DCF-periode. Hierbij wordt verondersteld dat de jaarbedragen medio het jaar ontvangen, respectievelijk betaald worden. De berekening van de netto contante marktwaarde wordt bij alle typen vastgoed uitgevoerd voor een exploitatieperiode van 15 jaar.

De bepaling van de toekomstige inkomende en uitgaande kasstromen vindt bij woongelegenheden en parkeergelegenheden plaats aan de hand van twee scenario’s: enerzijds op basis van het doorexploiteerscenario en anderzijds op basis van het uitpondscenario. Bij BOG, MOG en intramuraal vastgoed is alleen het doorexploiteerscenario van toepassing.

Na eerste verwerking wordt een waardevermindering of – vermeerdering van de marktwaarde van onroerende zaken in exploitatie verantwoord in de winsten-verliesrekening van de periode waarin de wijziging zich voordoet. De waardevermindering of – vermeerdering bestaat uit aanpassingen in het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde en uit ontwikkelingen van de woningmarkt en huurportefeuille van de corporatie.
Tevens is bij toepassing van de basisversie sprake van een portefeuillewaardering in plaats van complexwaardering, waardoor er tevens een bepaalde onnauwkeurigheid kan bestaan in de allocatie binnen het eigen vermogen tussen de herwaarderingsreserve en de overige reserves.

Uitgaven na eerste verwerking

Uitgaven na eerste verwerking ten behoeve van het complex aangaande het sociaal en commercieel vastgoed, die voldoen aan de algemene activeringscriteria worden geactiveerd tegen kostprijs en vervolgens getoetst aan het verschil in marktwaarde van het complex vóór en na deze uitgaven. Het marktwaardeverschil wordt in het actief verwerkt als een waardevermindering of – vermeerdering en in het resultaat verantwoord als “Niet-gerealiseerde waardeveranderingen.

Herwaarderingsreserve

Jaarlijks wordt op balansdatum de marktwaarde van onroerende zaken in exploitatie opnieuw bepaald. Winsten of verliezen, ontstaan door een wijziging in de marktwaarde, worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Voor het positieve verschil tussen de marktwaarde van de eenheid en de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, zonder rekening te houden met enige afschrijving of waardevermindering, wordt een herwaarderingsreserve gevormd.
Het expliciet opnemen van een herwaarderingsreserve in de balans als onderdeel van het eigen vermogen benadrukt voor de gebruiker van de jaarrekening dat een deel van het eigen vermogen op het waarderingsmoment nog niet gerealiseerd is.

Afschrijvingen

Op de onroerende zaken in exploitatie gewaardeerd op marktwaarde wordt niet afgeschreven.

Buitengebruikstelling als gevolg van sloop

Indien op het waarderingscomplex of een deel daarvan, op de waardepeildatum 31 december 2016 een ook voor een derde, onherroepelijke verplichting tot sloop van toepassing is, wordt hier bij de waardering rekening mee gehouden. De sloopkosten worden in het jaar van uitgave ten laste van het resultaat gebracht.

Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden

Voor onroerende zaken in exploitatie die in het kader van een regeling Verkoop onder Voorwaarden (VOV) door de corporatie wordt overgedragen aan derden waarbij de regeling kwalificeert als financieringstransactie, eindigt het eigen gebruik en wordt het vastgoed geherrubriceerd als vastgoed verkocht onder voorwaarden. De onroerende zaken verkocht onder voorwaarden worden gewaardeerd op de getaxeerde leegwaarde onder aftrek van de contractuele korting. Een eventuele waardevermeerdering of – vermindering van de boekwaarde van de onroerende zaken op het moment van de herclassificatie wordt verantwoord in de winst-en-verliesrekening onder de post Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden.

Na eerste verwerking vindt waardering plaats tegen de getaxeerde leegwaarde na aftrek van de in het VOV-contract overeengekomen korting. De leegwaarde wordt jaarlijks opnieuw geschat. Waardeveranderingen worden in het resultaat verantwoord onder de post Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden.

De regeling kwalificeert als een financieringstransactie indien niet alle belangrijke economische voor- en nadelen zijn overgedragen. Dit is in het kader van een regeling VOV doorgaans het geval indien sprake is van een terugkoopplicht dan wel een terugkooprecht tegen een significant lagere terugkoopprijs dan de verwachte reële waarde op terugkoopmoment.

Voor de in de regeling overeengekomen overdrachtswaarde heeft de corporatie een terugkoopverplichting, die jaarlijks wordt gewaardeerd op de bij overdracht ontstane terugkoopverplichting, rekening houdend met de contractvoorwaarden inzake terugkoop waaronder de deling van de jaarlijkse waardeontwikkeling van de woning in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting wordt als verplichting op de balans opgenomen zonder rekening te houden met de tijdswaarde van geld aangezien inschatting van het tijdstip waarop terugkoop in de toekomst zal plaatsvinden, mede gelet op de onbeperkte terugkooptermijn, niet goed mogelijk is. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden wordt de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord.

De waardeveranderingen ter zake van de woningen verkocht onder voorwaarden (na herclassificatie) en die ter zake de terugkoopverplichtingen worden in het resultaat verantwoord onder de post Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden.

Ultimo boekjaar wordt het verschil (indien positief) tussen de dan opnieuw vastgestelde leegwaarde na aftrek van contractuele korting en de – gefixeerde – boekwaarde op moment van herclassificatie op basis van de oude grondslag verwerkt in een herwaarderingsreserve.

 

Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de eigen exploitatie

Onder de post voorraden zijn verder grondposities zonder concrete bouwbestemming opgenomen, waarvan besloten is tot afstoting. De waardering is tegen verkrijgingsprijs en daaraan toegerekende directe kosten dan wel lagere opbrengstwaarde.

Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie

De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen de kostprijs (verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs), minus eventuele investeringssubsidies, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve waardeverminderingen.
Verder wordt rente tijdens de bouw op vreemd vermogen geactiveerd.

De afschrijving is lineair en gebaseerd op de verwachte gebruiksduur rekening houdend met de restwaarde. Indien de verwachting omtrent de afschrijvingsmethode, gebruiksduur en/of restwaarde in de loop van de tijd wijzigingen ondergaat, worden deze wijzigingen als een schattingswijziging verantwoord.

Buiten gebruik gestelde onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen de kostprijs dan wel de lagere opbrengstwaarde. De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden niet langer in de balans opgenomen na vervreemding of op nihil gewaardeerd wanneer geen toekomstige prestatie-eenheden van het gebruik of de vervreemding worden verwacht.

Financiële vaste activa

Latente belastingvorderingen

Een latente belastingvordering of -verplichting wordt gevormd voor tijdelijke verschillen tussen de waardering van activa en passiva volgens jaarrekeninggrondslagen en fiscale grondslagen. Verder wordt een latente belastingvordering opgenomen voor verrekenbare tijdelijke waarderingsverschillen en voor beschikbare voorwaartse verliescompensatie voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst fiscale winst beschikbaar zal zijn voor verrekening. Bij de inschatting van verrekenbare fiscale winsten wordt geen rekening gehouden met toekomstige (beleids)beslissingen van de corporatie.

De berekening van de latente belastingvorderingen en –verplichtingen geschiedt tegen de op het einde van het boekjaar geldende belastingtarieven dan wel tegen de in komende jaren geldende tarieven, voor zover reeds bij wet vastgelegd.
De waardering van latente belastingverplichtingen en -vorderingen wordt gebaseerd op de fiscale gevolgen van de door Actium, per balansdatum, voorgenomen wijze van realisatie of afwikkeling van de betreffende activa en passiva waarbij sprake is van tijdelijke waarderingsverschillen. Latenties die op zeer lange termijn worden afgewikkeld worden niet in de jaarrekening opgenomen aangezien de contante waarde ervan naar nihil tendeert. Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder de financiële vaste activa indien de verwachte looptijd groter is dan een jaar.

Saldering

De niet-latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd indien is voldaan aan de algemene voorwaarden voor saldering.

Leningen U/G

De verstrekte vorderingen op en leningen aan deelnemingen alsmede de overige verstrekte vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde vermeerderd met de direct daaraan toe te rekenen transactiekosten en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs volgens de effectieve-rentemethode. Baten en lasten worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt zodra de vorderingen aan een derde worden overgedragen of een bijzondere waardevermindering ondergaan, alsmede via het amortisatieproces.

Vlottende activa

Voorraden

Vastgoed bestemd voor verkoop

De post “Vastgoed bestemd voor verkoop” bestaat uit opgeleverde, nog niet verkochte nieuwbouwwoningen en teruggekochte woningen met een terugkoopplicht, bestemd voor verkoop. De voorraad koopwoningen is  gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs en daaraan toegerekende directe kosten of lagere opbrengstwaarde. De lagere opbrengstwaarde is de verwachte verkoopprijs en wordt bepaald op basis van taxaties dan wel recente verkooptransacties van referentiewoningen onder aftrek van kosten voor verkoop. De waardering van de teruggekochte woningen met een terugkoopplicht is tegen de terugkoopprijs.

Overige voorraden

De voorraden materialen zijn gewaardeerd op basis van verkrijgingsprijs. Hierbij wordt rekening gehouden met lagere waarderingen voor incourante goederen. Het voorraadverschil wordt verantwoord onder de onderhoudslasten in de winst-  en verliesrekening.

Vorderingen

De vorderingen zijn initieel gewaardeerd tegen reële waarde (kostprijs) onder aftrek van voorzieningen wegens oninbaarheid. De voorziening wegens oninbaarheid wordt volgens de statische methode bepaald. Dit betekent dat de individuele posten ultimo boekjaar op hun inbaarheid worden beoordeeld.
De overlopende activa uit hoofde van onze grondpositie in Fluitenberg worden inclusief de contractueel opgenomen jaarlijks toe te rekenen rente verantwoord.

Liquide middelen

Het betreft vrij beschikbare middelen in contanten en rekeningcourantsaldi bij bancaire instellingen met een looptijd korter dan 12 maanden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Niet in de balans opgenomen rechten

Hieronder worden voorwaardelijke, niet verwerkte en meerjarige financiële rechten verantwoord. Het betreft veelal rechten waarvan het bestaan afhankelijk is van het in de toekomst al dan niet zich voordoen van één of meer onzekere gebeurtenissen, of het bedrag van de verplichtingen is niet met voldoende betrouwbaarheid vast te stellen.

Passiva

Eigen Vermogen

Overige reserves

De overige reserves komen tot stand door toevoeging van de jaarlijkse resultaten binnen maatschappelijk aanvaarde richtlijnen en specifieke volkshuisvestelijke bepalingen, zoals genoemd in Boek 2 Titel 9 en het BBSH.

Voorzieningen

Algemeen

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. Voorzieningen worden tegen nominale waarde opgenomen.

Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen

Verliezen als gevolg van onrendabele investeringen en herstructureringen inzake de materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen in ontwikkeling worden op het moment van aanbesteding als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen en herstructureringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen, wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd.

Overige voorzieningen

Voorziening jubilea

Het betreft hier de (toekomstige) verplichting ten aanzien van jubileumuitkeringen van de op balansdatum in dienst zijnde werknemers van Actium. Bij de bepaling van de hoogte van de voorziening is rekening gehouden met verwachte salarisstijgingen en de kans dat een medewerker niet in dienst blijft t/m de pensioengerechtigde leeftijd. De waardering vindt plaats tegen netto contante waarde. Uitgegaan is van een rekenrente van 5%.

Voorziening loopbaanontwikkeling

De CAO kent een budget voor loopbaanontwikkeling. Werknemers die op 1 januari 2010 een 36-urige werkweek hadden en 5 jaar of langer in dienst waren, hebben € 4.500 te besteden. Werknemers die op 1 januari 2010 een dienstverband van minder dan 36 uur hadden en 5 jaar of langer in dienst waren, hebben recht op een budget naar evenredigheid van het aantal uren. Het budget zal altijd tenminste € 2.250,- bedragen.

Werknemers die op 1 januari 2010 korter dan 5 jaar in dienst waren hebben recht op een budget naar rato van het aantal maanden in dienst tot 1 januari 2010. Dit is het aantal maanden gedeeld door 60 maanden.  Werknemers die minder dan 36 uur werken hebben recht een budget naar evenredigheid van het aantal gewerkte uren. Het minimumbudget zal altijd 50% bedragen.

Werknemers in dienst na 1 januari 2010 bouwen bij een 36-urige werkweek € 900,- per jaar op. De opbouw begint op 1 januari van het jaar volgend op het jaar van indiensttreding. Ook hier geldt dat de opbouw naar rato van het aantal gewerkte uren gaat met een minimum van € 450,- per jaar.

Voorziening reorganisatiekosten

Dit betreft de (toekomstige) verplichting ten aanzien van reorganisatie kosten van de op balansdatum bekende gegevens, betreffende fase 1 en 2. Bij de bepaling van de hoogte van de voorziening is onder andere rekening gehouden met doorbetaling salaris, afkoopsommen, mogelijke ww uitkeringen en outplacementkosten. De waardering vindt plaats tegen netto contante waarde.

Voorziening Herstructureringsproject Norg

Dit betreft een bijdrage van de gemeente Noordenveld beschikbaar gesteld ten behoeve van nog niet ingeplande, toekomstige herstructureringsprojecten in Norg

Langlopende schulden

Schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen reële waarde verminderd met (in geval van een financiële verplichting die niet tegen reële waarde, met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, is opgenomen) de direct daaraan toe te rekenen transactiekosten.

Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs volgens de effectieve rentemethode. Indien er geen sprake is van agio of disagio of transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde van de schuld. Winst of verlies worden in de winst- en verliesrekening opgenomen zodra de verplichtingen niet langer op de balans worden opgenomen, alsmede via het amortisatieproces.

In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting die mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd tegen actuele waarde. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden is de verplichting onder kortlopende schulden verantwoord.

In een contract besloten (‘embedded’) derivaten

Indien in enig contract zodanige bepalingen en afspraken zijn opgenomen die voldoen aan de kenmerken van een derivaat (‘embedded derivaat’) stelt Actium vast of deze bepalingen en afspraken van het contract afgescheiden dienen te worden; afscheiding vindt plaats als:

  • er geen nauw verband bestaat tussen de economische kenmerken en risico’s van het in het contract besloten derivaat en de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract; en
  • een afzonderlijk instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat zou voldoen aan de definitie van een derivaat; en
  • het samengestelde instrument niet tegen reële waarde wordt gewaardeerd met verwerking van de reële waardeveranderingen in het resultaat.

Voor zover het afgescheiden derivaat niet kan worden aangewezen als onderdeel van een hedge-relatie en hedge-accounting kan worden toegepast (zie hierna onder  “Derivaten aangehouden voor hedging doeleinden”) wordt het afgescheiden derivaat geclassificeerd als “Overige derivaten”.

In enkele leningsovereenkomsten zijn bepalingen opgenomen waarbij de leningverstrekker het recht heeft om op een tijdstip in de toekomst de rentevoet vast te stellen op een vast rentepercentage of de op dat moment geldende.

Een eventuele negatieve marktwaarde van de embedded derivaten wordt opgenomen als langlopende schuld. Het toekomstige rentevoordeel, behaald bij het afsluiten van de lening met het optierecht welke is gegeven aan de bank, wordt in mindering gebracht op de langlopende leningen. De mutatie in de marktwaarde wordt in het resultaat zichtbaar gemaakt.

Overige derivaten

Voor derivaten die niet voldoen aan de voorwaarden van kostprijs hedge-accounting en naar lagere reële waarde worden afgewaardeerd, wordt bij een negatieve reële waarde, een schuld opgenomen ter grootte van die negatieve reële waarde .

Van opgenomen leningen afgescheiden embedded derivaten worden op moment van eerste verwerking van de lening de reële waarde van het embedded derivaat bepaald; de initieel bepaalde reële waarde is de kostprijs voor de door Actium toegepaste waardering van embedded derivaten tegen kostprijs of lagere marktwaarde. De initiële waardering van de lening (zonder het embedded derivaat) wordt bepaald als het verschil tussen de reële waarde van het gehele contract en de initiële reële waarde van het embedded derivaat; het verschil tussen het nominaal af te lossen leningbedrag en de reële waarde van de lening wordt door middel van de effectieve rente geamortiseerd over de looptijd van de lening;

Op balansdatum wordt de reële waarde van het embedded derivaat opnieuw bepaald. Is sprake van een waardedaling (in de zin van een toegenomen negatieve waarde) dan wordt het waardeverschil ten laste van het resultaat verwerkt; een afname van de waardedaling op een later tijdstip wordt in dat betreffende boekjaar teruggenomen tot het bedrag van de kostprijs van het embedded derivaat. De waarde van het derivaat wordt lineair geamortiseerd over de looptijd van het derivaat.

Derivaten aangehouden voor hedging doeleinden

Voor deze derivaten past Actium kostprijshedge accounting toe op basis van generieke documentatie met vastlegging van:

  • de algemene hedgestrategie, hoe de hedgerelaties passen in de doelstellingen van risicobeheer en de verwachting aangaande de effectiviteit van deze hedgerelaties;
  • de in het soort hedgerelatie betrokken hedge-instrumenten en afgedekte posities;

Op het moment van de eerste verantwoording worden deze derivaten gerubriceerd als ‘Derivaten met toepassing van kostprijshedge-accounting’.

De waardering en resultaatbepaling is als volgt:

  • Op moment van eerste waardering wordt de reële waarde van het derivaat bepaald; over het algemeen is de uitkomst daarvan een nihil-waarde en wordt geen actief- of passiefpost op de balans opgenomen.
  • De vervolgwaardering geschiedt tegen kostprijs of lagere marktwaarde waarbij een lagere waarde in geval van een effectieve hedge relatie voor de waardering en resultaatbepaling niet in aanmerking wordt genomen.
  • Op moment van eerste waardering alsmede tussentijds bij aanpassing van de contractuele afspraken met betrekking tot het derivaat en/of het afgedekte renterisico van de betreffende lening wordt bepaald of sprake is van ineffectiviteit. Daartoe wordt beoordeeld of het referentiebedrag van het derivaat niet groter is dan de omvang van de lening alsmede dat de kritische kenmerken zoals omvang, looptijd, renteherzieningsdata, momenten van betaling van rente en aflossing, basis voor de rentevoet en dergelijke van het derivaat en het afgedekte renterisico aan elkaar gelijk zijn.
  • Indien de kritische kenmerken niet aan elkaar gelijk zijn of zijn geweest, is dit een indicatie dat de hedge relatie een ineffectief deel bevat die door middel van de dollar offset methode wordt berekend.
  • Indien en voor zover de ineffectiviteit per balansdatum op cumulatieve basis in een verlies resulteert, wordt de ineffectiviteit verwerkt in de winst-en-verliesrekening van het betreffende boekjaar. Blijkt op een later moment dat het cumulatieve verlies wegens ineffectiviteit is afgenomen dan wordt deze afname ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht.

Kostprijshedge-accounting wordt beëindigd indien:

  • Het hedge-instrument afloopt, wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend. Het cumulatieve gerealiseerde resultaat op het hedge-instrument dat nog niet in de winst- en verliesrekening is verwerkt toen er sprake was van een effectieve hedge, wordt afzonderlijk in de overlopende posten in de balans verwerkt tot de afgedekte transactie plaatsvindt.
  • De hedge-relatie niet meer voldoet aan de criteria voor hedge accounting.

Kortlopende schulden

De kortlopende schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Niet in de balans opgenomen verplichtingen

Hieronder worden voorwaardelijke, niet verwerkte en meerjarige financiële verplichtingen verantwoord. Het betreft veelal verplichtingen waarvan het bestaan afhankelijk is van het in de toekomst al dan niet zich voordoen van één of meer onzekere gebeurtenissen, of het bedrag van de verplichtingen is niet met voldoende betrouwbaarheid vast te stellen.

Grondslagen van resultaatbepaling

Algemeen

Het resultaat is bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten zijn toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Als baten worden die opbrengsten aangemerkt, die op balansdatum geïnd, contractueel zijn overeengekomen of invorderbaar waren; als lasten die kosten, die op balansdatum betaald, verschuldigd of voorzienbaar waren c.q. waarvoor de verplichting is aangegaan. Alle opbrengsten en kosten zijn gewaardeerd op nominale waarden.

Bedrijfsopbrengsten

Huuropbrengsten

Deze post betreft de te ontvangen huuropbrengsten, exclusief de van huurders te ontvangen vergoedingen voor levering van goederen en diensten (opbrengst servicecontracten) en verminderd met eventuele derving wegens leegstand en oninbaarheid. De huren zijn onderworpen aan overheidsvoorschriften rondom de jaarlijkse huurverhoging. Bij in exploitatiename wordt de huurprijs vastgesteld op basis van interne uitgangspunten en volgens van toepassing zijnde wettelijke voorschriften. Jaarlijks vindt per 1 juli een algemene huuraanpassing plaats.

Opbrengsten servicecontracten

Dit betreft van huurders ontvangen vergoedingen voor leveringen en diensten die naast de netto huur verschuldigd zijn, verminderd met derving wegens leegstand en oninbaarheid. De vergoedingen zijn gebaseerd op de geraamde kosten en vloeien voort uit (huur)overeenkomsten. Deze vergoedingen betreffen een vast bedrag per maand of zijn gebaseerd op voorschotten die jaarlijks worden afgerekend.

Overheidsbijdragen

Verantwoord zijn de overheidsbijdragen vanuit BWS-bijdragen en de jaarlijkse bijdragen met betrekking tot woningaanpassing van gehandicapten. De verantwoorde bijdragen worden verkregen op grond van verstrekte toekenningen.

Lasten verhuur en beheeractiviteiten

Hier worden zowel de directe lasten voor de verhuur en beheeractiviteiten als de indirecte lasten via de kosten- verdeelstaat verantwoord.

Lasten onderhoudsactiviteiten

De werkelijke onderhoudskosten voor dagelijks- en mutatieonderhoud en planmatig onderhoud worden ten laste van de exploitatie gebracht. Het dagelijks- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in de kosten van derden en de kosten van eigen dienst. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare uitgaven wanneer geen sprake is van waardevermeerdering van het actief.

Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord.
Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden.
Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen.

Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille

De post Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de toerekenbare verkoop- en organisatiekosten en de geactiveerde waarde met betrekking tot het vastgoed.

Opbrengst uit verkoop van vastgoed wordt in de winst-en-verliesrekening verwerkt als alle belangrijke rechten op economische voordelen alsmede alle belangrijke risico’s met betrekking tot de activa zijn overgedragen aan de koper, het bedrag van de opbrengst op betrouwbare wijze kan worden bepaald en ontvangst van de opbrengst waarschijnlijk is.
Op basis van deze criteria wordt onder deze post de verkoopopbrengst van vastgoed in exploitatie onder aftrek van verkoopkosten en de boekwaarde verantwoord. De boekwaarde is op basis van de marktwaarde. Daarnaast wordt onder deze post verantwoord de opbrengstwaarde van verkocht vastgoed bestemd voor de verkoop (koopwoningen voor derden) onder aftrek van de gemaakte direct toerekenbare verkoopkosten en de vervaardigingsprijs en daaraan toegerekende directe kosten, dan wel de lagere opbrengstwaarde. Verder wordt hieronder verantwoord de verkoopopbrengst van onder VOV teruggekochte en vervolgens zonder voorwaarden doorverkochte woningen onder aftrek van de boekwaarde. De boekwaarde is de marktwaarde op terugkoopmoment onder aftrek van de contractuele korting.

Gerealiseerde verkoopresultaten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Eventuele verliezen op koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn.

Woningen verkocht onder voorwaarden worden niet in het resultaat verantwoord in het geval de belangrijkste economische voor- en nadelen niet zijn overgedragen aan de koper. Dergelijke transacties worden verantwoord als financieringstransactie. Verwezen wordt naar de post Vastgoed verkocht onder voorwaarden in de grondslagen van balanswaardering.

Waardeveranderingen vastgoedportefeuille

Hieronder zijn begrepen de overige waardeveranderingen en de waardeveranderingen met betrekking tot de vastgoedportefeuille bestaande uit vastgoed in exploitatie, vastgoed in ontwikkeling, vastgoed verkocht onder voorwaarden en vastgoed bestemd voor verkoop. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille betreffen winsten of mogelijke verliezen, die ontstaan door een wijziging in de waarde van het vastgoed bestemd voor verkoop in het verslagjaar.

Netto resultaat overige activiteiten

Hieraan zijn de opbrengsten en kosten beheer voor derden, opbrengsten zendmasten en erfpachtopbrengsten toegerekend.

Overige organisatiekosten

De opbrengsten en kosten die niet toerekenbaar zijn (ook niet na toerekening van indirecte kosten), worden opgenomen onder Overige organisatiekosten. Voorbeelden hiervan zijn (een deel van) de (salaris)kosten van het management en de raad van commissarissen.

Leefbaarheid

Onder deze post zijn leefbaarheidsuitgaven inzake sociale activiteiten en fysieke activiteiten opgenomen.
De uitgaven inzake sociale activiteiten omvatten wijkgebonden uitgaven voor ondersteuning van bewonersinitiatieven, gebiedsgericht personeel (zoals leefbaarheidscoördinator, wijkbeheerder, huismeester), leefbaarheidsonderzoeken en uitgaven voor activiteiten zoals welkomstbijeenkomsten nieuwe bewoners, bestrijding woonoverlast, buurtbemiddeling, opvang van dak- en thuislozen, schuldsaneringen, tweede kansbeleid et cetera.

De uitgaven inzake fysieke activiteiten omvatten wijkgebonden uitgaven voor buurtcentra, bijzondere gebouwen (zoals wijksteunpunten, buurtposten, HOED), onderhoud groenvoorziening, speeltoestellen, beveiliging openbare ruimte, cameratoezicht, schoonmaakacties et cetera en uitgaven voor activiteiten zoals inbraakbeveiliging, brandpreventie, verlichting achterpad, afsluiting portieken et cetera.

Waardeveranderingen financiële vaste activa

De mutatie op de marktwaarde van de embedded derivaten, met per saldo een negatieve balanswaarde, worden hier verantwoord. Tevens wordt de afwaardering van de leningen aan een deelneming hier verantwoord.

Rentebaten en rentelasten

Rentebaten worden tijdsevenredig in de winst-en-verliesrekening verwerkt rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost, indien hun bedrag bepaalbaar is en hun ontvangst waarschijnlijk.

Rentelasten worden toegerekend aan de opeenvolgende verslagperioden naar rato van de resterende hoofdsom. (Dis)agio en aflossingspremies worden als rentelast aan de opeenvolgende verslagperioden toegerekend zodanig dat tezamen met de over de lening verschuldigde rentevergoeding de effectieve rente in de winst-en-verliesrekening wordt verwerkt en in de balans de amortisatiewaarde van de schuld. Periodieke rentelasten en soortgelijke lasten komen ten laste van het jaar waarover zij verschuldigd worden.

Belastingen

De belastingen in de winst- en verliesrekening worden berekend op basis van het verantwoorde resultaat, rekening houdend met fiscaal vrijgestelde posten en geheel of gedeeltelijk niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt daarbij rekening gehouden met wijzigingen in latente belastingvorderingen en –verplichtingen uit hoofde van wijzigingen in het belastingtarief, een herbeoordeling van de realisatiemogelijkheid van latente belastingvorderingen of een wijziging in de verwachte realisatie van een actief.

Aandeel in resultaat van deelnemingen

Het aandeel in resultaat van deelnemingen wordt gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode, te weten tegen de nettovermogenswaarde ultimo boekjaar. Dit betekent dat de deelneming wordt gewaardeerd op dezelfde grondslagen als die van Actium.

Grondslagen bij opstellen kasstroomoverzicht

Toepassing directe methode

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.  De liquiditeitspositie  in het kasstroomoverzicht bestaat uit liquide middelen onder aftrek van bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten.

15.5. Toelichting balans en winst- en verliesrekening

Toelichting op de balans 140 kB

Download hier de toelichting op de balans van de jaarrekening 2016 in PDF-formaat

Toelichting op de winst- en verliesrekening 63 kB

Download hier de toelichting op de winst- en verliesrekening van de jaarrekening 2016 in PDF-formaat

15.6 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant